‘k kloof en beitel
in hout
verdraaide nerf
en noesten
‘k loop dwalend
door het veld
stenen
op mijn pad
‘k klaag nog wat
als kleine kunstenaar
prutser
doe je best
‘k vind in mijn
suizend hoofd
ruisend gruis
sloop en wrakhout
toch telkens
zie ik meer
horizon en
zon
‘k loof Hem
mijn Kunstenaar
mooier
kan ik het niet maken